Local rules, Etiquette en Dress code

Golf & Countryclub De Palingbeek draagt het respecteren van rules en etiquette hoog in het vaandel.

1. Local Rules

Interne out of bounds (R 18.2): Je moet de out of bounds regel toepassen.

  • Als je hole 5 speelt: Bal op de fairway, de surround of de green van hole 7.
  • Als je hole 10 speelt: Bal op de fairway van hole 1, of rechts ervan.
  • Als je hole 10, 11, 14 of 15 speelt: Als je bal over de weg vliegt en tot stilstand komt op een andere hole.

Ontwijken van abnormale baancondities door een vrije drop (R16.1)

  • Spelen verboden: Bal op een wintergreen of in een zone, gemarkeerd met blauwe palen of een witte lijn.
  • Spelen of vrije drop toegelaten: Bal op een draineer- of verluchtingssleuf of in een zone met lavasteentjes.

Volgende voorwerpen zijn per definitie vaste obstakels zijn (R 16.1) en mogen dus niet verwijderd worden. Vrije drop is toegelaten indien er hinder is in de stand of swing.

  • Afstandspalen op 100m (rood) en 150m (geel) van het centrum van de green.
  • Paaltjes, al dan niet verbonden met de bomen.

Info: Afstandsmarkers in het midden van de fairway liggen op 200m (wit), 150m (geel), 100m (rood) en 50m (blauw) van de voorkant van de green.

E.S.A. Environmentally sensitive areas (bescherming wilde orchideeën).

  • Wordt aangeduid door blauwe palen met groene toppen.
  • Betreden streng verboden.
  • Vrije drop nemen (rule 16.1).
  • Pas rule 17.1 toe als de E.S.A. in een strafgebied ligt. Droppen met 1 strafpunt.
  • Pas rule 18.2 toe (de regel van out of bounds) als de E.S.A. in een interne out of bounds ligt. Terug naar vorige slag met 1 strafpunt.

Tijdelijke lokale regels: Zie infobord bij oefengreen.

Sancties bij overtreding van de lokale regels:

  • 2 strafpunten (strokeplay).
  • Verlies van de hole (matchplay).

2. Etiquette

De etiquette gaat over veiligheid in de baan, een normaal speeltempo, zorg voor de golfbaan en sociaal gedrag.

Wie zich op het terrein begeeft zorgt ervoor dat hij in het bezit is van volgend materiaal: voldoende golfballen en tees, een pitchfork, potlood of balpen en het golfreglement.

Net als de R&A is op het terrein  ‘ready golf’ van toepassing om langzaam spel te vermijden. Ready golf betekent dat je speelt zodra je klaar bent om te spelen, mits het veilig is. Het gaat er niet om wie het verst van de hole is, het gaat er om wie als eerste kan spelen.

Het is bedoeld voor strokeplay of stableford, niet voor matchplay, en om het spel te versnellen. Een ronde ready golf gaat veel sneller dan een ronde met spelers die steeds wachten op een slag van de speler die het verst van de hole ligt.

De club heeft Marshals aangesteld die bevoegd zijn om de nodige maatregelen te treffen om traag spel en andere inbreuken op de etiquette te vermijden. Zijn instructies op dit vlak dienen gevolgd te worden. Dit geldt ook voor dergelijke instructies gegeven door de Starters en de leden van de Sportieve Commissie.

Zorg ervoor dat je andere spelers niet ophoudt (speel een provisionele bal als je bal misschien verloren is, zet je tas aan de goede kant van de green, etc.).

Repareer pitchmarks, rakel de bunkers en leg plaggen (divots) terug en stamp ze aan.

Sta klaar. Verlies geen tijd tussen de slagen door, zorg er voor dat je klaar bent om te slaan. Als je bij je bal komt, moet je voorbereiding al grotendeels afgerond zijn (hoe ver is het nog, welke club ga ik slaan?)

Een korte routine. Eenmaal bij de bal, zorg voor een routine waarbij (een oefenswing en) een slag niet langer duurt dan 30 seconden.

Provisionele bal. Speel een provisionele bal als je bal misschien verloren of out of bounds is.

Vooruitdenken. Zet je golfzak aan de goede kant van de green zodat je na het uitholen snel naar de volgende tee kunt gaan.

Aansluiten. Hou aansluiting met de groep voor je. Als je toch een hole afstand verliest op de groep voor je, laat dan de spelers achter je door. Maak met een gebaar duidelijk dat de groep achter je mag slaan.

Meekijken. Kijk altijd mee als je medespelers slaan, dat scheelt een hoop tijd bij het zoeken.

Eerst de green verlaten. Noteer scores pas op de volgende tee.

Geen afleiding. Zet je telefoon op stil en beantwoord berichten na de ronde. Dat is beter voor je concentratie en je spel en je veroorzaakt geen oponthoud.

Wees klaar voor je putt. Lees de green al terwijl je de green nadert, van een afstand kun je vaak goed zien hoe de hellingen lopen. Lees je lijn nauwkeuriger terwijl anderen putten. Hiermee bespaar je tijd.

Wacht met slaan. Wacht met slaan totdat andere spelers buiten bereik zijn.

Fore! roepen als een bal de verkeerde kant op gaat, roep altijd hard ‘FORE’. Ook als je niet kunt zien of er spelers zijn op de plek waar je bal naartoe vliegt. Schreeuw hard!

Veilig staan. Ga op een veilige plek staan als iemand anders slaat. Een gevorderde speler die met een beginner speelt, moet niet te ver vooruit lopen.

Voorrangsregels. Greenkeepers hebben altijd voorrang, wacht op een teken dat je mag slaan.

3. Dress Code

Normen van goed fatsoen

  • Polo met kraag. Polo zonder mouwen toegelaten.
  • Lange broek of rok, bermuda. Geen shorts.
  • Jeans, trainings en joggingkledij zijn niet toegelaten.
  • Sokken of kousen zijn verplicht.
  • Petten zijn niet toegelaten in het clubhuis.

Juniors tot 18 jaar mogen spelen in nette jeans en t-shirt.